
Het schoolreisje ging door. Fantastisch, ze hadden iets om naar uit te kijken en ze leefden er naar toe. Sowieso worden ze tegenwoordig snel blij. Een bezoekje aan familie in Tilburg is een knaller en zelf naar de supermarkt omdat de nieuwe “Goal!” uit is wordt sinds kort enorm gewaardeerd. En dat komt niet door mij.
Corona heeft mijn kinderen “blijer met kleine dingetjes” gemaakt . Echt zo fijn! Zo dankbaar! Dacht ik.
Het schoolreisje ging naar de efteling. De ef-te-ling… bedenk je eens even. De efteling. Dat noem ik geen schoolreisje maar een evenement. Dat zie je ook wel aan het massale aanbod van begeleidende ouders die mee moeten, herstel, mee willen. Ik werd helaas van dat lijstje geschrapt. Kan gebeuren, ik heb maar vast een mail gestuurd voor volgend jaar. Kan niet meer misgaan denk ik.
(Bovenstaande twee zinnen zei ik tegen mijn zoon, nadat ik in mijn agenda had gekeken en zag dat ik met geen mogelijkheid aan dat reisje kon deelnemen vanwege andere prioriteiten en daarnaast al een survivaldag van groep 8 had overleefd en een heel musical decor had geschilderd, naja de contouren van het decor, naja, de contouren van een trap als onderdeel van het decor…. samen met 4 anderen. Mea culpa.. dat is de waarheid).
En volgend jaar geef ik mij op, echt waar.
Maar goed, de middelste mocht uiteraard wel, en nadat zijn tas was ingepakt, zijn goed humeur op standje hoog stond en hij de blauwe poncho voor de vorm in zijn broekzak stopte, liep hij zingend naar school. Oh, mesjeu cannibal, jeneveuxpasmourir… mesjeu cannibal, lessemoipartir… tututududdutuuuudutuuutuduuuutuututu..
Goed om te weten ook dat de samenstelling van de groepjes eerder die week aardig wat voeten in aarde had gehad blijkens de terugkerende samenvattingen van hem na schooltijd. Jongens, meiden, mixen, wel, niet, vrienden wel of niet bij elkaar, te druk groepje, ander groepje, iemand erbij, iemand er weer vrijwillig uit. Er is meen ik geen officiële formateur nodig geweest, maar ergens op de vrijdag, de laatste schooldag voor de reis op maandag, was er witte rook gekomen. Petje af voor de meester die dit geduld heeft kunnen opbrengen en hier en daar vermoedelijk wat bijsturende werkzaamheden heeft moeten verrichten.
“En is er nu niemand ontvreden?” “Zit iedereen in een groepje waar hij of zij ook in wil?” vroeg ik. “Ja mama, iedereen heeft mogen schuiven totdat we allemaal o.k. waren met de groepjes”. Ik hoopte maar dat dit echt waar was. Hij was in ieder geval helemaal o.k. met zijn groepje. 2 Meiden en 3 jongens. dat is precies goed, vond hij.
Door de dag heen kwamen er foto’s voorbij. Ah, ze hebben het tof, naar hun zin, nice, leuk, gezellig, heej holle bolle Gijs. Logisch, ze zitten in de Efteling dacht ik nog. Wie komt daar nu chagrijnig van terug.
Op de terugweg werd de locatie gedeeld en zo konden zijn vader en zusje hem op het exacte tijdstip uit de bus zien komen. Wat zal hij moe zijn, maar vooral, wat zal hij genoten hebben, hoorde ik mezelf zeggen. Ik stond hem bij de voordeur al op te wachten, want niets is zo mooi als het gezicht van je kind dat net een fantastische dag achter de rug heeft. Maar niets was minder waar. Ik zag hem in de verte aan komen lopen. Alleen. Zijn vader en zusje liepen achter hem en hij liep met ferme tred mijn richting uit. Ah, die moet plassen…hield ik mezelf voor.
Maar eenmaal dichterbij was het duidelijk. Dikke tranen rolde over zijn wangen en hij liep me zo voorbij, door de voordeur naar binnen en smeet zijn rugzak te hard door de gang. Hij was ook boos… vermoedde ik.
Ok watskebeurt?
Denk je dan.. en wie kan ik aanwijzen als schuldige. Wie heeft de dag van mijn kind verpest en wie gaat hiervoor boeten. Hele normale gevoelens als je kind huilt, maar asjeblieft mama, jij bent volwassen, hij niet dus gedraag je.
Mijn dochter riep: “mama, hij heeft in de bus gehuild en nu nog steeds en hij wil het niet zeggen, mag ik nu zijn lolly want hij hoeft hem niet?”
Ok. dankje, helder verhaal. Goed teamwork hier thuis bij emotionele ontladingen.
Wat bleek, zijn hele groepje behalve hijzelf wilden alleen maar in de kinderattracties. Niemand anders uit zijn groepje durfde in de Baron of de Python. En omdat hij de enige was en dus de begeleidende ouder zich niet kan opsplitsen werden deze enge attracties door hun groepje overgeslagen.
De verhalen van de andere kinderen in de bus die wel deze adrenalineshots hadden ervaren zorgden bij hem voor een hevige huilbui en voor frustratie halverwege de terugreis. Het idee dat niemand van zijn klas in de Baron zou gaan was voor hem nog wel een geruststellende gedachte geweest, maar toen hij in de bus ontdekte dat dit niet zo was… ging zijn alarm af en zijn sluizen open.
“Ik vond het pas echt erg in de bus “, zei hij. “Ineens was ik jaloers op die anderen en boos op de kinderen uit mijn eigen groepje”. Boos omdat ze niet durfden.
En dan zit je daar als moeder hè met je mening. Hij was echt intens verdrietig en dan heb je toch de neiging om voor hem op te komen. Ik bedoel eigenlijk, om te doen waar jij behoefte aan hebt. Ik zou hem kunnen beloven om heel snel weer naar de Efteling te gaan en dat hij dan alles kan inhalen en ik overal met hem mee in ga. Ik zou kunnen zeggen dat ie helemaal gelijk had en dat ik het ook helemaal begreep. Zou hij zeker fijn vinden, voor dat moment.
Ik had hem ook kunnen zeggen dat hij zich niet moest aanstellen. Ik had hem kunnen zeggen dat het voor de begeleider onverantwoord had gevoeld als hij hem alleen in de Python zou laten, ik had hem ook kunnen zeggen dat hij het had moeten aangeven zodat ze samen een oplossing hadden kunnen bedenken en hij misschien met een ander groepje mee had gekund. En ik vond van alles, maar ik vond vooral, dat wat ik vind, er op dat moment niet toe doet.
Dus ik zette mijn mening op blanco en plakte een stuk tape op mijn mond.
Bovendien had hij überhaupt weinig behoefte aan zalvende, laat staan, prekende woorden van mij dus heb ik hem eerst maar even geknuffeld. Toen waren de tranen bijna op en wilde hij wat drinken en zijn restje snoep nog opeten. Ai.. dat was zojuist in de mond van zijn zusje verdwenen.
Belangrijk overigens voor iedere ouder: Als je kind de tegenwoordigheid van geest heeft om zich in een hevig emotioneel moment nog te realiseren dat het snoepzakje nog niet helemaal leeg is, dan kun je als ouder best gerustgesteld zijn over de gehele impact van de gebeurtenis.
Vervolgens is hij gaan douchen om even alle ellende van zich af te spoelen. En eenmaal fris gewassen leken de gemoederen wel wat bedaard.
“Mama, ik heb in de bus zitten huilen en wat moet ik zeggen als ze morgen vragen waarom ?
Ik zei; “nou misschien wat je ook tegen mij zei. Dat je de hele busreis moest huilen omdat je niet in de Baron bent geweest?” “En dat je daarover verdrietig en ook boos was”?
Hij keek me verbaasd aan. “Dat ga ik toch niet zeggen mama”.
“Waarom niet?” vroeg ik. “Zo was het toch?”
“Maar nu vind ik het een beetje stom, dat ik daar zo lang over heb gehuild”, “en ik ben ook niet meer boos op hun”.
“Hmmm, ok, wat ga je dan zeggen als ze het vragen?”
“Weet ik niet, misschien vragen ze niks”.
S’avonds toen hij in bed lag appte een bezorgde moeder mij al om te vragen hoe het met hem ging. Dat ze een poging had gewaagd om met hem in gesprek te komen en zelfs over voetbal zijn gaan praten… tevergeefs. Hij was zo verdrietig in de bus, maar hij wendde zich ook van haar af. Ze dacht niet dat veel kinderen het gezien zouden hebben.
De volgende morgen kwam hij thuis en ik vroeg of er nog kinderen naar gevraagd hadden.
“Ja “zei hij.
“En? wat heb je gezegd?” vroeg ik.
“Ik heb gezegd dat het me allemaal een beetje teveel werd in de bus”. “ En toen ging die en die vertellen dat ze dat zelf ook wel eens hebben. Teveel geluiden enzo. Dat ze teveel prikkels krijgen soms”. Ik moest lachen en vond het ok. Hij heeft niet alles verteld, maar hij heeft ook geen smoes bedacht, om gezichtsverlies te voorkomen dacht ik (en dat leert hij ooit nog wel). Hartstikke goed opgelost.
Zijn broer vulde nog even aan. “ Hij durfde zeker niet te vertellen dat ie moest janken omdat hij niet in de baron was geweest”.
Duidelijk. Einde.